luchtkwaliteit-longkankerLongkanker is een van de meest voorkomende kankers en geeft slechte prognoses. Actief roken is de belangrijkste oorzaak van longkanker, daarnaast zijn beroepsmatige blootstellingen, radon en tabaksrook uit de omgeving gevestigde risicofactoren.

Tevens is een lage sociale-economische positie in verband gebracht met een verhoogt risico op longkanker. Luchtverontreinigingen, met name fijnstof dat geabsorbeerd polucyclische aromatische koolwaterstoffen en andere genotoxische stoffen bevat, wordt verdacht van het verhogen van de kans op longkanker. Resultaten van verschillende epidemiologische studies hebben een hoger risico op longkanker aangetoond in combinatie met verschillende luchtverontreiniging niveaus en suggereren een verband voornamelijk bij niet-rokers en nooit-rokers en individuen met een lage fruit consumptie. In ontwikkelingslanden zijn de algemene longkanker incident aantallen gestabiliseerd over de afgelopen decennia, maar zijn er grote verschuivingen waargenomen in de frequenties van de verschillende histologische longkankertypes, met een aanzienlijke relatieve stijging van de adenocarcinomen en dalingen in de plaveiselcelcarcionomen. Deze veranderingen kunnen tot stand gekomen zijn door de wijzigingen in de tabak mengsels en luchtverontreinigingen.

Binnen de European Study of Cohorts for Air Pollution Effects (ESCAPE), hebben we ons gericht op het analyseren van data van 17 Europese cohortstudies met een breed scala aan blootstelling niveaus om de volgende hypothese te onderzoeken: dat de luchtvervuiling in de residentie (met name fijnstof) geassocieerd wordt met het risico op longkanker; dat de associatie tussen luchtverontreiniging en risico op longkanker sterker is voor niet-rokers en mensen met een lage fruit inname; en dat de associatie met luchtvervuiling sterker is voor adenocarcinomen en squamouscell carcinomen dan voor alle longkankers gecombineerd.

In The Lancet Oncology presenteren Ole Raaschou-Nielsen en collega’s de uitkomsten van individuele gegevens uit 17 Europese cohorten en laten zien dat blootstelling aan fijnstof luchtvervuiling het risico op longkanker verhoogt – met name adenocarcinoom- met een suggestie van een effect, zelfs onder de huidige Europese Unie luchtvervuiling grenswaarden (40 μg/m3 voor fijnstof met een aerodynamische diameter <10 μm [PM10] en 25 μg/m3 voor fijnstof met een diameter <2·5 μm [PM2·5]).

Het ontwerp van hun onderzoek is verfijnd en overwon een aantal beperkingen die eerdere studies gericht op luchtvervuiling tegenkwamen. Eerdere studies hebben het effect van luchtvervuiling op longkanker onderzocht door de beoordeling van geografische correlaties (d.w.z. tussen de luchtvervuiling concentratie gegevens in gemeenschappen en geaggregeerde gegevens over longkanker), maar lieten zich leiden door blootstelling misclassificatie en verstoringen (met name bij het roken van tabak). Vervolgens probeerden de onderzoekers deze systematische fouten te reduceren door over te stappen naar individuele studies (case-control of cohort studies) met oppervlakte-niveau beoordeling van de blootstelling of meer precies individueel-niveau beoordeling van de blootstelling. Raaschou-Nielsen en collega’s hebben de volgende stap gezet door effect schattingen te combineren van 17 cohorten met gestandaardiseerde protocollen en het ondernemen van een meta-analyse, welke het aantal deelnemers, die uit een breed scala van Europese regio’s kwamen, e verminderde de mogelijkheid van de vooringenomen bemonstering en publicatie. Deze studie profiteerde tevens van een hoog follow-up ratio en de aanpassingen van potentiele confounders, waaronder een set van rook variabelen. Derhalve, heeft deze studie de systematische en toevallige eerder genoemde fouten gereduceerd.

Zelfs in het bekende metgezel leerboek voor artsen, wordt luchtvervuiling niet vermeld als een oorzaak van longkanker. Hoewel roken ongetwijfeld een sterk risicofactor is, is het bewijs voor een verband tussen blootstelling aan luchtverontreiniging en lonkanker zich aan het accumuleren. Hoewel het risico op luchtvervuiling geassocieerde longkanker (b.v. HR 1·22 [95% CI 1·03–1·45] per 10 μg/m3 verhoging in PM10 in deze studie) veel lager is dan die geassocieerd met roken (relatief risico [RR] 23·3 voor rokende mannen en RR 12·7 voor rokende vrouwen), wordt iedereen blootgesteld aan luchtvervuiling. Hierdoor is het effect op de publieke gezondheid vrij groot.

Als voorbeeld schat de WOH dat roken 5.1 miljoen doden en 71% van de longkanker wereldwijd in 2004 veroorzaakt heeft, terwijl luchtvervuiling 1.2 miljoen doden en 8% van de longkanker wereldwijd heeft veroorzaakt in datzelfde jaar.

De afwezigheid van veiligheidsdrempels wordt gerapporteerd voor effecten op de gezondheid, veroorzaakt door zowel de blootstelling op korte termijn en lange termijn aan PM2.5. Zelfs in de studie van Raaschou-Nielsen en zijn collega’s, zijn verhoogde punt schattingen onder de 10 μg/m3 van PM2.5 vermeld (een huidige WHO luchtkwaliteit leidraad voor de jaarlijkse PM2.5 blootstelling). Bovendien hebben de onderzoekers opgemerkt dat de associatie tussen luchtvervuiling en longkanker niet statistisch significant afwijkt van lineariteit. Deze bevindingen ondersteunen duidelijk de mogelijkheid dat “de volksgezondheid zal profiteren van een reductie in de PM2.5 concentratie ongeacht of het huidige niveau onder of boven de limiet waarden ligt”, zoals samengevat door de WHO. Inderdaad geven betrouwbaarheidsstudies consistent aan dat de onderzochte potentiële voordelen van luchtvervuiling interventies (b.v. geplande acties zoals het reduceren van het zwavelgehalte van brandstoffen of regelgeving van voertuigen en ongeplande acties zoals bedrijfssluitingen als gevolg van stakingen) luchtvervuiling concentraties verminderen en betere gezondheidsresultaten opleveren.

Tot nu toe zijn studies gericht op de associatie tussen luchtvervuiling en longkanker voornamelijk uitgevoerd in Europa en Noord-Amerika, hoewel verschillende studies die zijn uitgevoerd in andere continenten de laatste jaren ook een associatie tussen luchtvervuiling en longkanker aantonen. Echter, een poging zoals van Raaschou-Nielsen en zijn collega’s (dat wil zeggen, een meta-analyse van cohorten) heeft nog niet eerder buiten Europa plaatsgevonden; toekomstige gezamenlijke studies in andere continenten zullen daarmee verder inzicht in het risico op longkanker veroorzaakt door blootstelling aan luchtvervuiling bieden. Bovendien, Raaschou-Nielsen en collega’s hebben een relatie tussen luchtvervuling en het histologische subtype van adenocarcinoom in het bijzonder aangetoond; hoewel in een voorgaande studie door dezelfde onderzoeker van de drie Deense cohorten, een sterkere associatie met plaveiselcelcarcinoom en kleincellig carcinoom gerapporteerd is in vergelijking met adenocarcinoom. Gezien de verschuiving in de frequentie van longkanker types (dat wil zeggen van plaveiselcelcarcinoom adenocarcinoom) en de wereldwijde verschillende longkanker frequentieverdelingen, wordt de toekomstige evaluatie van de associatie tussen luchtvervuiling en specifieke longkanker types gerechtvaardigd.

In dit stadium, kunnen we luchtvervuiling, zelfs in de huidige concentraties, toevoegen aan de lijst van kankerverwekkers en moeten we herkennen dat luchtvervuiling grote effecten heeft op de publieke gezondheid. Gelukkig is dit net zoals het roken van tabak een factor die we kunnen beheersen.

Terug naar het nieuwsoverzicht